>
>
Als de zintuiglijke informatieverwerking goed verloopt, kun je op een doelbewuste en doelgerichte manier reageren. Een kind bij wie dit proces niet goed verloopt kan veel minder adequaat reageren op de zintuiglijke informatie vanuit de omgeving of zijn eigen lichaam. Dit kan problemen geven met allerlei activiteiten in het dagelijks leven; we spreken dan over zintuiglijke of sensorische informatieverwerkingsproblemen.
Bij sommige kinderen verloopt de sensorische informatieverwerking niet zo vanzelfsprekend en soepel als het eigenlijk zou moeten. Ze nemen informatie rommelig waar, ervaren prikkels sterker of juist minder sterk dan hun leeftijdsgenootjes. Binnenkomende informatie wordt niet goed aan elkaar gekoppeld. Dit heeft gevolgen voor het gedrag, omdat de samenhang tussen hersenen en gedrag erg sterk is.
Sensorische Informatieverwerkingsproblemen komen in allerlei gradaties voor, van heel licht tot zwaar, en zijn per kind verschillend. Ieder kind is immers uniek! Ook kunnen deze problemen voorkomen naast andere stoornissen zoals ADHD (aandachtprobleem met hyperactiviteit), autisme of spraak/taal problemen. Het onvermogen van kinderen om soepel te kunnen reageren op prikkels door problemen in de Sensorische Informatieverwerking is niet door niet willen maar door niet kunnen! Het doet recht aan het kind deze problemen tijdig te (h)erkennen zodat er hulp en begrip komt voor de problemen die het kind daardoor ondervindt.
Voorbeelden:
Het kind wordt angstig als zijn voeten van de grond komen, is bang voor hoogtes en om te vallen. Het heeft een hekel aan liften of roltrappen, het heeft een hekel aan activiteiten waarbij zijn hoofd ondersteboven hangt. Het geniet juist van draaimolens en snel rijden en draait graag in de de rondte. Het gooit zichzelf voor de grap op de grond, tegen de muur of tegen anderen aan.
Het kind reageert negatief op onverwachte en/of harde geluiden, het houdt zijn handen over de oren om deze te beschermen tegen geluid. Het is snel afgeleid door geluiden in de omgeving, het kan niet werken als er achtergrondgeluiden zijn. Het reageert niet wanneer zijn naam geroepen wordt, maar zijn gehoor is in orde. Het geniet van vreemde geluiden en maakt graag harde geluiden
Moeder roept vanuit de keuken de TV uit te zetten. Voor het kind klinkt haar stem net zo hard als de tikkende klok, het geluid van de televisie en de voorbij rijdende auto’s buiten. Ondanks goed werkende oren en de wil om te luisteren zet het kind toch de TV niet uit. Als het zenuwstelsel de stem van de moeder niet als belangrijkste prikkel herkent en verwerkt kan het kind niet kan reageren met de actie 'TV uitzetten' zoals leeftijdsgenootjes wel zouden doen. Het kind reageert niet met actie op de stem. Zijn moeder denkt wellicht dat hij niet wil luisteren en loopt teleurgesteld en met irritatie naar de kamer om de TV dan zelf maar uit te zetten. Het kind reageert verbaasd want is zich van geen kwaad bewust. Ze weet niet dat hij problemen heeft met de discriminatie van gehoor- of auditieve prikkels.
Het kind is snel afgeleid door visuele prikkels, het knippert veel bij fel licht en heeft problemen met het maken van oogcontact.
Het kind eet alleen voedsel met bepaalde smaken en beperkt zich tot voedsel met een bepaalde structuur en/of temperatuur. Het toont sterke voorkeur voor bepaalde geuren en smaken, kauwt en/of likt aan niet eetbare voorwerpen.
Het kind raakt van streek tijdens verzorging (b.v. vecht of huilt tijdens knippen van het haar, wassen van het gezicht, knippen van de vingernagels). Het vermijdt lopen op blote voeten vooral in zand. Het vertoont de ongebruikelijke behoefte om bepaald speelgoed, oppervlakken of structuren aan te raken ( b.v. voortdurend voorwerpen aanraken). Het raakt mensen en voorwerpen aan. Het krimpt ineen als hij op een vriendelijke manier wordt aangeraakt.
Bij een te sterk ervaren van en reageren op tastprikkels kan een kind negatief en emotioneel reageren op lichte en goed bedoelde aanrakingen, zoals b.v. een 'aai over de bol' van de leerkracht. Deze kan als pijnlijk worden ervaren en zelfs een boze reactie zoals schoppen, slaan of bijvoorbeeld schelden tot gevolg hebben. Het kind wijst de aanraking af. Voor de leerkracht is die reactie onbegrijpelijk als hij niet weet dat het kind problemen heeft in de verwerking van tastprikkels... Het kind krijgt op zijn kop en trekt zich terug om te voorkomen dat hij nog eens wordt aangeraakt. Hij houdt andere kinderen uit de buurt en zet de volgende dag zijn pet maar weer op in de klas!
Bij een onvoldoende ervaren van en reageren op tastprikkels is een kind zich vaak niet bewust van zijn vieze gezicht, handen of kleren en merkt soms een aanraking niet op. Hij neemt niet waar hoe dingen aanvoelen en laat vaak voorwerpen vallen.
© 2017 Copyright Logopediepraktijk Stefanie van Genderen webdesign: studio Pollewop